maandag 23 mei 2011

Over klaprozen en de dood

Talloze keren reed ik er vlak langs af. Nu was ik rechtsaf de oude brink van Riel opgegaan. Een warme, zonnige maandagavond en ik stepte dertig jaar terug in de tijd. Op het bankje bij 't Mariakapelleke leek de drukte van Eindhoven oneindig ver weg. Een jonge knaap met tennisrackets op zijn rug fietste voorbij. Hij sloeg een kruis en keek even omhoog. Wandelaars, een hond die mijn bezwete kuiten kwam inspecteren en een stuur vol bloemen.
Dat was niet het stuur van een meisje, zag ik toen ik opkeek. Een man van rond de vijftig, zijn kalende hoofd met de laatste wapperkrul bedekt, stapte af. Zijn broek was van stuit tot kruis gescheurd maar dat gaf niet. Zijn onderbroek had ongeveer dezelfde beige kleur. Voorzichtig pakte hij de versgeplukte klaprozen van zijn stuur en liep op Maria af. Zo stond hij een tijdje met haar te buurten. Zelf kwam ik niet verder dan mijn bidon over de pot slaphangende viooltjes leeg te gieten en ging voort.

Terwijl een liedje dat ik niet kon duiden door mijn hoofd zong, dacht ik aan mijn lieve oude buurvrouw die we een jaar of zes geleden vonden. Haar flat was keurig opgeruimd, de kachel stond hoog en de televisie op vol volume aan. Ria had daar vier dagen dood gelegen en we waren de laatsten die haar gesproken hadden. Ze was lief en zacht en luisterde naar licht klassiek. Als ik een pak melk voor haar meebracht als ze ziek was, stond ze erop me tot de laatste cent terug te betalen. Ze dronk 's avonds in het café om te vergeten. Ze zei nooit wat ze wou vergeten.
Het beeld van haar daar dood voor de kachel, stond een week lang op mijn netvlies. Een filter tussen mij en de rest van de wereld. Haar broer speelde orgel op haar uitvaart. Toen ik hem bij de cake vertelde dat Ria zo van klassiek hield, onderdrukte hij zijn tranen. Nooit hadden haar broers en zussen haar echt gekend. Kindertehuiskinderen van een kille vader die in de oorlog vocht.

Thuis zocht ik het liedje op dat me op mijn steptocht vergezeld had. Het was Cis Verdonk van Gerard van Maasakkers, besefte ik.
Ik heb de bloemenman niet gezegd dat klaprozen meteen verwelken als ze eenmaal uit het veld geplukt zijn. Moge Maria - of zijn buurvrouw - over hem waken als hij ooit zijn laatste adem uitblaast.

vrijdag 6 mei 2011

Vastenupdate - slot

We hebben het gedaan: veertig dagen vasten. Met vastenmaatje Jack aten we veertig dagen zeer matig: geen vlees, geen alcohol, geen zoete tussendoortjes of snacks en met vastenmaatje Willem hielden we ons aan een afgesproken twitterbeperking. Nu, twee weken na afloop, is het een goed moment terug te kijken. Wat heeft het met me gedaan? Heeft het iets opgeleverd en zou ik…

Zes weken vasten is lang. Over een periode van twee weken kun je heenkijken; zes weken is een termijn die voor zoiets elementairs als eten en - tja, ik geef toe - twitteren niet te overzien is. Dat was de uitdaging: de wilskracht hebben om het voor een bijna eindeloze tijd vol te houden.

De laatste twee weken waren niet makkelijk. Het spannende en nieuwe was eraf, de innerlijke reiniging was goed doorleefd geraakt en in de laatste week was ik vijf dagen onderweg en in Italië. Dat betekende een ander ritme, ander eten en veel prikkels waar het liefst de hele wereld weet van moest hebben.

Met het eten was het twee van die dagen lastig: ik bestelde een broodje waar vlees op bleek te zitten (en leg dan maar eens in het Italiaans uit… nee, opgegeten dus) en op de dag van de terugreis prefereerde ik fit en met wat snoepjes tegen oorpijn tijdens het stijgen en dalen boven vliegen met een rammelende maag. Gelukkig relativeerde vastenmaatje Jack in een sms: ‘Je zit daar vlakbij de paus, dus je gaat maar een keer te biecht’. Enfin, mijn beweegreden om te vasten kwamen niet voort uit katholieke overtuigingen, maar zijn sms herinnerde me er wel aan de we ons voortdurend bewust waren van de beperkingen die we ons opgelegd hadden en we dat naar beste kunnen en een schoon geweten invulden.

Veertig dagen twitteren met een maximum aantal tweets per dag leverde heel andere inzichten op. Het was prettig afstand te nemen, na te denken voor ik iets de wereld in slingerde en te accepteren dat ik niet al mijn toffe belevenissen en gedachtespinsels met iedereen kon en hoefde te delen. Door minder te twitteren zocht ik vaker op een andere manier contact met mensen; een kluizenaar zal ik nooit worden. Toch voelde het twittervasten regelmatig als een onhandige beperking. Als ik veel twitterreacties op een blogpost kreeg, anderen een hart onder de riem wilde steken en ook nog het antwoord op de spoorquizvraag moest geven terwijl mijn mentions ‘op’ waren, voelde dat tamelijk asociaal. Noem het onzin en flauwekul, dat hele getwitter, het sociale aspect van het medium staat bij mij hoog in het vaandel.

Kortom. Het idee om te vasten startte bij de test op wilskracht en doorzettingsvermogen. Samen met Jack en Willem en de aanmoediging van velen, is het gelukt. Het bracht me boeiende conversaties, nieuwe inzichten en fysieke kalmte. Volgend jaar weer? Misschien wel. Al is het maar omdat het eerste biertje na afloop de allerlekkerste was dat ik me kan heugen. Proost!

maandag 2 mei 2011

Wij hebben een mening over het Grote Wereldnieuws. Feit.

"Bin Laden is dood. Dood is Bin Laden. Obama, eh Osama leeft niet meer. Onze reporter staat bij de Amerikaanse ambassade op het Lange Voorhout in Den Haag. Wat zie je? Nou niet zo veel, maar ik blijf hier staan. Bin Laden is dood. Ja ik zie een agent op een motor voorbij komen. We schakelen over naar Emile Roemer voor zijn eerste reactie."

Wakker worden met Radio 1 op de wekker. Vaste prik. Meestal is dat een goed begin van de dag. Tijdens de ochtendrituelen met een half oor luisteren en ik ben op de hoogte van het wereldnieuws. Dan even op twitter kijken voor het aanvullend leed en ik ben er klaar voor.

Op dagen als vandaag heb ik aan vijf minuten media genoeg. Osama Bin Laden is dood. Feit. Dat betekent iets voor de wereldorde. Feit. En klaar.

Maar ja. De media moeten door. De hele dag beelden waarop niks te zien is, geluiden, meningen, futiliteiten en herhalingen. Op twitter doen we het samen dunnetjes over. Terwijl de timeline bol staat van de mededelingen over Bin Laden, vindt toch iedereen die wakker wordt dat hij ons moet vertellen wat het breaking wereldnieuws is en dat hij het verschrikkelijk of leuk of wat-dan-ook vindt. Ja ja, we weten het. De amateurjournalisten gaan er nog eens dunnetjes overheen door driehonderdtachtig links te tweeten en retweeten van de buitenlandse nieuwssites. Kennelijk is dat wat we fijn vinden met z’n allen. Praat mee, praat na en je was erbij. Prima.

Intussen laat ik op de dagen van het Grote Wereldnieuws de media voor wat ze zijn. Pas over een poos zullen we weten welke impact de dood van Bin Laden heeft, zoals we ook nu pas een scherpe analyse kunnen maken over de gevolgen van de vrijlating van Nelson Mandela, nine-eleven, de moord op Fortuyn en het Europees Kampioenschap van Oranje in 1988. Tot die tijd gaat de Osamahype aan me voorbij en heeft mijn particuliere meninkje daarover volstrekt niets aan het openbare debat toe te voegen. Feit.