Het Ruhrgebied. Meteen zie ik de beelden van vroeger bij het Jeugdjournaal: dikke, donkere wolken en een landschap van schoorstenen en fabrieken. Dan ging het over de natuur waarbij het Ruhrgebied fungeerde als de vleesgeworden milieuramp.
Decennia later - als mijn liefde voor industriesteden en industrieel erfgoed groter is dan kapotgerenoveerde Anton Pieckstadjes - word ik op een prachtig zonnige dag meegenomen naar het hart van het Ruhrgebied: Zeche Zollverein in Essen. Met in mijn achterhoofd de transformatie van Strijp-S in Eindhoven, kijk ik mijn ogen uit.
Een gewezen kolenmijn, wat kun je daar nu mee? Nou, veel! Na sluiting van de mijn zijn de gebouwen op het terrein opgeknapt zonder hun industriële, grove uitstraling te schaden. De roestrode verf voor alle stalen balken zorgt voor eenheid en het groen mag welig groeien.
Creatieve ondernemers doen de rest. En dat is wat. Een restaurant in de Kokerei, ateliers, het Ruhrmuseum en grasvelden om te picknicken met je vrienden. Het reuzenrad op zonne-energie gaat beneden door een van de cokesovens en geeft boven uitzicht over het terrein. Bij warm weer plons je in een containerzwembad en in de winter komen de Essenaren er schaatsen.
Waar ooit de kolentreinen reden, is nu een fietspad met kunst aan weerszijden en in het mooie weekend dat wij er liepen, werd er getrouwd en organiseerden de restaurants uit de omgeving er een culinaire proeverij.
De mijnindustrie bracht Essen naast werkgelegenheid en voorspoed ook ernstige vervuiling. Zeche Zollverein bedankt de Essenaren nu met natuur, ruimte en een heel gave plek voor lenige geesten. Ga kijken en klik eerst hier voor wat kiekjes door mijn lens.