De dag vóór aanvang van het Museumweekend uitkiezen om naar het museum te gaan. Met een museumjaarkaart is dat een perfect moment. De musea zijn op hun paasbest en van de drukte die op zaterdag en zondag volgt, is nog geen spoor te bekennen. Centraal Museum Utrecht stond al lange tijd op mijn lijstje. Vlakbij kantoor en toch kwam het er nooit van na het werk even binnen te lopen.
Het Centraal Museum is gehuisvest in een voormalig klooster en telt elf expositiezalen, of -zaaltjes eigenlijk, met bijna alle een andere tentoonstelling. Na Italiaanse invloeden op Utrechtse oude meesters, mode en een Wereld Natuur Fonds-muntentenstoonstelling vermengd met recente aanwinsten ben ik pas vier zalen verder en compleet confuus. Als ik op de plattegrond zie dat de archeologische vondsten, Rietveld, een schip en een punkexpositie nog volgen, vermoed ik dat ik binnen een kwartier buiten sta. Te fragmentarisch en versnipperd, te weinig focus en diepgang.
Het Utrechts schip in de kelder blijkt een aangename verrassing. Het is zo'n duizend jaar oud en gevonden onder de stad. Alle zintuigen worden geprikkeld: het oude hout stinkt en menig bezoeker is snel verdwenen uit de kelder. Van Rietveld zijn de architectuur en de meubels me bekend. Toch vind ik het leuk zijn werken aan te raken of van dichtbij te bekijken.
De laatste twee zalen maken veel van daarvoor goed. God Save the Queen is een expositie over kunst, kraak en punk tussen 1977 en 1984. Het is een uitgebreide, brede weergave van kunst, de krakersrellen, de kroning van Beatrix en de uitzichtloosheid van jonge mensen. Film, muziek, affiches, foto's en de kunst geven samen goed beeld van een periode die ik vooral spelend in een veilige achtertuin meemaakte. De kunst van Eindhovenaren René Daniëls en Henk Visch en Amerikaan Busquiat maken de expositie compleet en mijn middag geslaagd.
Dus mocht je het Centraal Museum in Utrecht bezoeken: start bij zaal elf en loop in omgekeerde volgorde van zalen. Intussen hoop ik dat het museum zichzelf de taak oplegt te focussen. Een winkel waar álles te koop is, is voor niemand aantrekkelijk.
De laatste twee zalen maken veel van daarvoor goed. God Save the Queen is een expositie over kunst, kraak en punk tussen 1977 en 1984. Het is een uitgebreide, brede weergave van kunst, de krakersrellen, de kroning van Beatrix en de uitzichtloosheid van jonge mensen. Film, muziek, affiches, foto's en de kunst geven samen goed beeld van een periode die ik vooral spelend in een veilige achtertuin meemaakte. De kunst van Eindhovenaren René Daniëls en Henk Visch en Amerikaan Busquiat maken de expositie compleet en mijn middag geslaagd.
Dus mocht je het Centraal Museum in Utrecht bezoeken: start bij zaal elf en loop in omgekeerde volgorde van zalen. Intussen hoop ik dat het museum zichzelf de taak oplegt te focussen. Een winkel waar álles te koop is, is voor niemand aantrekkelijk.